woensdag 23 december 2009

'Wrap up', ofwel: 't zit d'r op...





Ja zo heet dat, in Engels jargon: wrap up. De 6 maanden zitten erop. We zijn terug, nog niet helemaal ((tot rust) met onze gedachten en gevoelens. Wel fysiek. De tijd vloog voorbij, mogen we wel zeggen.
We hadden min of meer beloofd de volgers regelmatig op de hoogte te houden van ons wel en wee en te informeren over bijzonderheden. Daar is niet zo veel van terechtgekomen... Toch willen we jullie de laatste input niet onthouden. En dan nog wel 'professioneel', op z'n Amerikaans. Een heuse 'wrap up' dus!

We hebben de meest fantastische plekken bezocht. In het kort: van Arizona en de hitte van Phoenix via de Dead Valley, over de Sonora Pass (ten noorden van Yosemite National Park) naar California.
In Tom's Place erachter gekomen dat we ECHT geen kampeer ervaring hebben: we kochten, terwijl het 's nachts nog tegen het vriespunt (of eronder:) was geen luchtbed en dikke slaapzakken. Nee hoor: twee rubberen (foam) matjes, een dekbed (…..) en twee katoenen lakens. En KOUD dat we het hadden. Zelfs de kampvuren in de avonduren hielpen niet. Enkele (eveneens koude) nachten in het – gekochte, oude – minibusje volgden. Pas veel later (eigenwijs, dat is ons wel toevertrouwd) kochten we een luchtbed, een waterdichte tent en slaapzakken die 'comfortable' bleven tot min 7 graden.
Big Sur, ten zuiden van San Francisco, was onze eerste kennismaking met de Pacific Ocean. Nog wel fris (hoewel het al eind mei was), stonden we op een walk inn camping. Ca. 250 meter eerder moest je de auto laten staan en je spullen meeslepen. Hoewel onhandig, was het prachtig. We moesten erg wennen aan alle geluiden om de tent in de nacht: het lijkt alsof een heel leger je aan het benaderen was. Later ervaar je dat het gewoon het leefgebied van een heleboel dieren is. Van squerrels (kleine eekhoorns), tot (later) ook wasbeertjes, skunks, coyotes, beren, etc. (geen beer in de tent gezien, hoor!). Oregon volgde (PRACHTIGE kust, één groot, langgerekt state park, maar toen wel fris) en het Crater Lake kregen we het kamperen en buitenleven in de vingers op de meest prachtige (ruime, lege, goedkope) campgrounds, met – natuurlijk – elke avond een gezellig kampvuur, To
en de staat Washington met Mount Rainier, waar we aan de Columbia River sliepen en het bijna begaven door langsbulderende treinen (ze schenen letterlijk in je tent en je voelde de aarde ECHT trillen), kwamen we in Canada, Britsh Columbia, waar we begonnen met (bijna de enige) drie dagen regen.
De Canadese Rockies zijn overweldigend. We zijn hier, samen met onze neef Cas, voor de reis omgedoopt tot drs. Casper Drupstengel, rond gereisd en zetten op de meest fantastische plekken ons tentje neer. De mooiste (en tevens koudste!) was wel aan de voet van de grootste gletsjer van Noord Amerika, de Columbian Icefield. Goed te zien hoe snel deze gletsjer smelt....

Terug naar de Verenigde Staten (bij de grensovergang is goed te merken dat we in de periode NA 9/11 zitten, want overaf zijn extra controles en grote gebouwen bijgezet en moet je (nog langer) wachten. Opnieuw Washington, waar we op het eiland Whitbey, ten noorden van Seattle ruim een week gebleven zijn. Washington is top! Evenals Oregon, waar we nu ook in de woestijn (heus, het noord-oosten van de staat is woestijn) een prachtige tijd gehad hebben. Wassen in de ijskoude rivier, naast de campground, waar overdag en 's avonds herten, reeen en koeien rondliepen tussen de (spaarzame) tenten en campers door.
Idaho had een uniek state park: Craters of the Moon. De naam zegt het al en werd ook helemaal waargemaakt. Ook hebben we daar aan een rivier met natural hot springs gestaan. Prachtig om daarin te zitten, zonder dat er anderen bij zijn en zo de zon te zien opkomen...
In Wyoming hebben we ervoor gekozen om NIET naar Yellowstone te gaan, maar in plaats daarvan naar Devils Tower te gaan. Goede keus: rustiger, gemoedelijker, leuker. Daarna, natuurlijk naar South Dakota voor het Custer State Park met de grootste kudde vrijlopende buffalo's (1500), maar ook met Mount Rushmore met de koppen van 4 presidenten uitgehakt uit de rotsen! En de Badlands van South Dakota zijn inderdaad 'bad'. De rest van South Dakota wordt armer en vlakker. Dus hebben de indianen hier weer meer grond (onvruchtbaar, natuurlijk) en is de armoede navenant. Maar mooie casino's (geschonken door de overheid aan de indianen, de opbrengst is voor de indianen; een soort afkoop van de schuld) hebben ze hier weer wel!
Nebraska brengt vanaf het noorden gelijk het plaatsje Valentine. 4.000 Inwoners maar wel een regionale pleisterplaats. Daar hebben we zes dagen (legitiem) in het stadsparkje gestaan: uit de wind, want het lag in een vallei met beschutting. Tevens met toiletten en douches (die we wel moesten delen met de minder bedeelden uit het dorp...). Onvergetelijke ervaring.
Elke Amerikaan die je vertelt dat je in Nebraska een flink deel (ca. 3 weken) van je vakantie doorbrengt, verklaart je voor gek. Wat is daar nu te zoeken? Waarom zou je daar nu heengaan? Voor ons juist reden om te gaan, want na de hoeveelheid natuurschoon werd het tijd onze geest wat ruimte (rust) te gunnen. Dus: op zoek naar de uitgebreide graanvelden (veelal mais en bonen in mooie herfstkleuren). Toch was ook Nebraska prachtig, afwisselend, glooiend en met heel aardige mensen! In Nebraska City (7.500 inwoners) ook zo'n 4 dagen in het stadspark gestaan. Het mooie daar was weer dat we letterlijk (en in ons eentje) aan de Missouri river stonden.

Hoewel we het vooraf niet van plan waren zijn we ook nog doorgereisd naar Iowa. Dat is de laatste staat die ze nog scharen on de 'midwest'. Er was een speciale reden voor: Bruce Springsteen trad er op, twee dagen voor zijn 60ste verjaardag. Bijzonder concert, zie het artikel hierover.
Via Nebraska en Kansas (de eerste staat waarvan we oprecht moeten zeggen: saai, maar dat kan ook weer komen omdat we uitsluitend in het uiterste noorden waren en het weer behoorlijk slecht), naar Colorado. Van daaruit over de Rocky Mountains, westwaarts. Natte sneeuw en forse vorst in de nachten. Naar Utah, het utopia voor de national parks. Arches hebben we snel gedaan (Moab), Capitol Reef en Zion veel uitgebreider. En zeer de moeite waard. Inmiddels zaten we in de nazomer en werden de parken minder druk. Hoewel je voor Zion zeker in het weekend moest dringen voor een plekje.
Het Nevada state park Valley of Fire is volgens ons het meest onbekende en onderschatte state park van onze reis: midden in de woestijn, op 80 mijlen van Las Vegas. Alleen maar rode rotsen, droog en weinig schaduw. En daar dan een campground opzetten die werkelijk ongelooflijk is. Met een eigen bron, dus goede douches en toiletten.
Toch hadden we toen even genoeg woestijn en rode rotsten gezien en 'moesten' we de zee even zien (we blijven nederlanders immers, gewend om beneden de zeespiegel te wonen). Dus naar Zuid California (een lange dag rijden) en in het state park van San Clemente Beach gezwommen met de (kleine) dolfijnen in de Pacific Ocean met heerlijk water en goed strandweer en de pelikanen boven ons.

Toen terug naar Arizona voor de laatste maand. De Grand Canyon in de sneeuw en mist gezien, Chiricahua (schuilplaats van Geronimo): prachtig. Montezuma en Petrified Forest: zo-zo). Een maand in state parks, tussen overwinteraars en veelal immense campers (5th wheels trailers, motorhomes; GROOT, GROTER, GROOTST). Maar ook mensen met alleen een autootje: de eerste verliezers van de kredietkrisis???

Kortom:
6 maanden, 24 uur per dag in de buitenlucht. Je weet niet wat je meemaakt. Niets hoeft, weinig doe je. Veel lezen, kijken, wandelen, beleven, voelen. En het besef hoeveel je niet weet: hoe zit dat nu met de maan die groter en kleiner wordt? Denk je dat het nieuwe maan is, en dan wordt je om 3 uur 's nachts wakker terwijl de maan in je tentje schijnt... En dan die sterrenhemel (veel meer en veel helderder sterren dan in Nederland!). En dan die dieren, vogels: de meest waanzinnige kleuren en uiteenlopende soorten. Of je het nu (zwarte) beren hebt, of over wasbeertjes, coyotes, golden eagles, woodpeckers, of onze favoriet de greater roadrunner: allemaal even bijzonder en je wordt vanzelf bescheiden wanneer je dagelijks een dergelijke 'show' krijgt voorgeschoteld! Daar kan geen Bruce Springsteen of U2 (ook gezien, in Phoenix, voor, omgerekend, Euro 27) tegen op.

En dan de planning. Voor ons gevoel was dit HET moment om met z.n tweeen zo;n break te maken: het voelt als de rust in een voetbalwedstrijd: je gaat naar de kleedkamer om uit te rusten en je plan te trekken voor de tweede helft: hoe gaan we spelen, met welke opstelling en wat zijn nu de sterke punten waarmee je beter voor de dag kunt komen, en hoe ga je om met je mindere kwaliteiten?
Voor ons heeft deze reis alles gebracht wat we ervan hoopten dat het zou brengen.

zondag 25 oktober 2009

Happy Birthday Isabel in de Shady Dell


Bisbee, 22 oktober 2009

Al 8 jaar geleden had ik dat artikeltje in het blad 'Amerika' uitgeknipt. Het ging over een raar trailerpark in het uiterste zuiden van Arizona. Met een prachtige diner, waar je heerlijk en ouderwets zou kunnen ontbijten en lunchen. En wetende dat Isabel altijd al zo'n trailerpark in America zou willen hebben. Dus een reservering via internet gemaakt op (wat ons betreft) de mooiste van de 12 oude trailers die er te huur stonden: een echte, glimmende Airstream uit 1957, ingericht met bijpassend vintage spulletjes uit de 50-er jaren.

Het park bestond al vanaf 1924 en zag er fantastisch uit. Alsof het nog steeds de jaren 50 van de vorige eeuw waren! Het was even gokken of het nog bestond, na al die jaren, want niets is veranderlijker dan de business in de VS!
Trailer merken als de El Rey en Spartanette: hier nooit van gehuurd, daar – althans toen – grote merken. En natuurlijk de Airstream, het enige bekende merk in Nederland (maar ook al de anderen waren van aluminium, alleen WIJ kennen ze niet).
Twee dagen de Airstream gehuurd via internet. Deze was 24 feet (ca. 8 meter) lang en had geen douche of toilet, maar die waren op het terrein en erg goed dus daaraan was wat ons betreft niets verloren. Ze hadden zelfs een platenwisselaar en een hele doos met oude 45 toeren singeltjes. Elvis, Fats, noem het maar op. En wij hadden, na 5 maanden rondreizen, ook weer het een en ander aan muziek gekocht, dat we gelijk konden proberen. Het was alsof de TASTE OF HONEY op haar verjaardag kwam: met Elvis, Bruce, Dinah Washington, Billy Holiday, Charly Parker, Chet Baker (sings!), Miles Davis, Bob Dylan, Brenda Lee, Neil Young.... En dat in zo'n entourage!
Isabel probeert op elke reis een mooie jurk uit die tijd te 'scoren' (maximaal: $15...), en dat lukte, samen met de pumps EN 10 TASTE bloesjes (je weet wel, die met die ruffles). Hetgeen dus gelijk, zonder dat we dat van tevoren wisten en in de beste setting, uitgeprobeerd worden.

Sparkling champagne, bijbehorende muziek en de 'aanwezigheid' van het TASTE sfeertje, maakten het uniek en onvergetelijk! En voor ons: weer eens wat anders na al het 'natuurgeweld' van de laatste maanden...

En niet vergeten, als je er toch komt, om 's ochtends even te ontbijten, of later overdag te lunchen in Dot's Diner, onderdeel van The Shady Dell!!!

'n Dagje naar het Strand...



En wat doe je, als je al zo lang zo ver van huis bent, je huis in Nederland, een land dat beneden de zeespiegel ligt en waar het gevecht met het water al eeuwen voortduurt? Juist, behalve – af en toe – naar huis, verlang je met name naar het water, de zee! Na de Valley of Fire bij Las Vegas, Arches, Bryce, Capitol Reef, Zion en de desert van Arizona, wil je gewoon even zon, zee, strand zien. Dus, zelfs zonder the weather channel geraadpleegd te hebben voor de weersverwachtingen aan de kust: we gaan! Hoe ging dat lullige nummer ook alweer, 'it never rains in southern california'?) West gereden. Nog even geaarzeld bi het Joshua Tree National Park voor een overnachting, maar gewoon doorgekacheld.


We kwamen uiteindelijk bij San Clemente Beach (State) Park uit. Het strand dat het verst van de Interstate aflag. Prachtig gelegen aan het strand (op de cliffs, maar met een idyllische wandeling naar het strand, incl. een tunneltje onder het spoortje door). Prachtig stuk strand en kustlijn, die ter breedte van het state park ook niet bebouwd was. Daar zag je alleen windsurfers en zwemmers (en sommige chinese vissers op het strand, tot onze verbazing). En de campground zelf bood veel schaduwrijke plekken, met grote sites.

Overdag hoorde je de snelweg HELEMAAL niet, je hoorde de kust en de golven stuwen. Maar 's nachts en in de vroege ochtend hoorde je de snelweg enorm goed. Alsof alles verder stil werd en de dikke vrachtwagens extra geluid produceerden. We moeten dat nog eens aan 'Wie weet waar Willem Wever woont' vragen, want dat geluidsissue hebben we al op veel meer plaatsen gehad. Gelukkig sliepen we de nachten goed en hadden we overdag – na de eerste ochtend-uren - nergens last van.


Wat doen we zoal de hele dag aan zee? Immers niets voor ons: kunnen slecht tegen de zon dus zonnebaden is er niet bij en surfen kunnen we ook al niet. Maar we hebben ons, tot onze eigen verbazing, 5 dagen lang uitstekend vermaakt. Het klimaat was behaaglijk. Met het zeewindje niet te warm, ook niet te koud. Het water in de Pacific Ocean was werkelijk HEERLIJK. Dus hebben we elke dag gezwommen en gedoken in de golven. Lekker uitwaaien en wandelen naar de pier van San Clemente voor een lekkere koffie of smoothie. Of de andere kant op tot de punt waar Richard Nixon (the big dick!) zijn buitenverblijf had (The west side White House)!

En na 5 dagen strand was het ook weer goed. Time to move on. Inmiddels was ik de laatste dag en nacht behoorlijk verkouden en ook grieperig geworden, maar zette het nog niet zo door. Wel goed om weg te gaan. So long voor de romantiek van het strand: de pelikanen, waar we (toch weer) onder zwommen, de kleine dolfijnen, (wel een stuk of 10), de prachtige nachten, de ontelbare sterren en de mysterieuze maan.... hoeveel meer kan een mens (zeker na al zolang zoveel moois gezien en beleefd te hebben) aan???

maandag 12 oktober 2009

Happy Birthday, Mr. Springsteen!


Happy Birthday, Bruce, in AAiOOWA

Inmiddels zijn we bijna 5 maanden van huis. Juist het weekend nadat we vertrokken, trad Bruce Springsteen met z'n E-Street Band op, op PinkPop. Niet de beste gelegenheid voor zo'n concert, maar je zou het toch niet willen missen. Wij dus toen wel.
Maar we werden gecompenseerd: wie wil er nu niet uitgenodigd worden op zijn feestje ter ere van zijn 60ste verjaardag? Beetje jammer dat er nog (veel) meer mensen uitgenodigd waren, maar dat krijg je als je populair bent....

Zijn toernee loopt nog tot eind november. Met als 'hoogtepunt' 5 concerten in 'zijn' staat New Jersey. Het toerschema wijzigde nogal eens en plots, op 21 augustus, kwamen we er via zijn website achter dat hij op 21 september zijn verjaardag vierde in Des Moines, Iowa, ofwel, zoals hij dat zij: 'AAiOOOOWA' (en bij de W de boventanden in de onderlip zetten, zoals wij dat in het oosten van het land zo goed kunnen...). De dag erop hebben we hem even laten weten dat we konden. Dat betekende wel dat ons hele reisschema overboord gezet werd voor minimaal 1 maand, en we dus langer in Nebraska zouden blijven, en ook naar Iowa zouden reizen. Laat in het jaar, qua temperatuur, maar het pakte voorbeeldig uit (vanochtend begrepen we dat ze in Omaha Nebraska nu al op sleetjes in de sneeuw lopen, en dat de mensen in Colorado vannacht ingesneeuwd raakten in hun auto's...).

Van Bill Bryson (The lost continent, het boek over zijn reis door een heleboel staten) begrepen we dat we Iowa en ZEKER Des Moines, over moesten slaan. Niets was minder waar: prachtige parken, mooie natuur en scenic byways, heerlijk weer, en de stad viel ook wel mee. Voorafgaand nog even wat gedronken en genuttigd in The Brewery Pub in downtown Des Moines (meen: 4th Street). Grote drukte (op maandagavond), met vooral al oudere fans die nog even wat wilden eten en drinken voordat ze naar de verjaardag gingen. Helaas kon je niet merken dat Bruce optrad (behalve aan de bezoekers; veel afgedragen t-shirts van optredens van hem van 10-tallen jaren geleden): de (vele) tv schermen bleven gewoon American Football tonen (de Iowa Hawkeyse hadden eindelijk eens gewonnen en de Nebraska Huskers kunnen ook dit jaar hun torenhoge verwachtingen niet waarmaken...).
Dat was enkele jaren geleden wel anders toen we naar John Mellencamp gingen in het River Bench Stadium aan de Ohio River gingen: we moesten 60 mijlen terug om een motelkamer te vinden en de hele terugweg werden Mellencamp nummers gedraaid op de radio.....
Enfin: het was in een football stadion. Dus behoorlijk kleiner dan een Kuip of Arena en ook niet helemaal uitverkocht. En het was een dynamisch, pompend en adrenaline opwekkende show! Tuurlijk na de 10th Avenue Freeze Out volgde Badlands (op onze trip naar de Badlands in South Dakota kwamen we er (pas...) achter dat dit nummer helemaal niet over DIE Badlands ging....
We hadden echt het idee dat hij het nodig vond om dit publiek op te zwepen met upbeat, harde nummers. .
De Des Moines Register (lokale krant) was laaiend enthousiast: de aanhef zei alles: “When times are hard, at least we have Bruce Springsteen to remind us that songs about hard times can still be fun”. Ze voelden zich ook wel trots dat Springsteen eindelijk, na 'decades' weer eens in Iowa optrad.
Tis zinloos om over alle 22 nummers in de setlist en 6 in de toegift (2 uur en 3 kwartier!!!) te bespreken. Maar er zaten briljantjes tussen: Natuurlijk Candy's Room (there are pictures of her heroes on the wall). Maar de meest bijzondere (en mooie) was toch wel: Incident on 57th Street. WIJ hadden dit nummer in elk geval niet eerder life uitgevoerd gezien. De 'harde' versie van Johnny 99 vonden wij niet geweldig (het publiek wel...). Satisfaction van The Rolling Stones vond ik mooi, omdat Springsteen dus zo'n artiest is die zich niet te groot voelt om ook dergelijke nummers van andere grootheden te spelen.
Vanuit de card board requests kwam ineens The Wanderer naar voren. Een nummer van ene Dion, maar wij kenden het alleen maar van Status Quo, en die Rick Parfitt en de zijnen waren niet bepaald een aanmoediging voor het nummer (was ook niet zo geweldig). Tuurlijk was American Land van de Pete Seeger Sessions in de toegift geweldig.
Mooi was ook dat hij bij Dancin' in the Dark een oma van 84 uit het publiek haalde: op felwitte gympen, een gloednieuw t-shirt van Springsteen aan, bepaalde ZIJ hoe er gedanst werd. Mooi om te zien. En toen dacht The Boss dat hij haar wel even in de armen kon nemen, om dan een dansje uit te voeren..... Nee dus: hoe iel ze er ook uitzag: dat kreeg hij niet voor elkaar (je wordt 60 of niet, moet je maar denken). Verder waren Steve (met een verwijziging naar The Sopranos waar hij een rol in heeft, en Nils Lofgren geweldig. En Clarence Clemons was mobieler dan vele andere keren daarvoor. Wel typisch om die Amerikanen vóór, tijdens en na het optreden rustig, onder welk nummer dan ook, te zien wegwandelen om even wat te drinken EN te eten te halen..... Maar ´they were havin´ a party´ en daar gaat het om!

PS: we hebben lang getwijfeld, maar uiteindelijk hebben we toch maar besloten om niet naar het concert van FarmAid 2009. FarmAid is een beweging van Amerikaanse artiesten om de lokale landbouwers een hart onder de riem te steken. Willie Nelson en John Mellencamp zijn er ieder jaar bij, met andere gasten. Enfin: dat concert was op 4 oktober jl, en daarvoor moesten we NOG verder naar het oosten rijden: St. Louis, Missouri. Dan hadden we het voor het invallen van de (koele) herfst nooit meer gered naar het zuiden (we slapen immers in een tentje...). Maar ook wel jammer: op een zondagmiddag vanaf 12 uur met families (kinderen beneden de 12 gratis entree!) naar optredens van John Mellencamp, Willie Nelson (!!!), Neil Young en Dave Matthews..... But you can't have it all!!!

De beste Donuts van de (Mid) West




Misschien denkt de lezer dat we uitsluitend vakantie houden. Maar niets is minder waar. We houden diverse lijsten bij. Goede campings, goede (complete, goedkope, verse) supermarkten, de beste tenten, de beste luchtbedden, de meest voordelige reour-beleid-condities... Noem het maar. Maar de belangrijkste lijst is toch wel die van de beste donut shops in de (Mid) West. Voorwaar geen eenvoudige opdracht. Veel donut shops zijn geopend van 05.00 tot 11 uur (in de ochtend dus), en dan moet je er maar net zijn EN er moeten nog chocolat donuts zijn (die zijn immers het eerst uitverkocht, logisch toch???).

Welnu, op het gevaar af dat er nog een 'wild horse' verschijnt in de resterende vijf weken: hier istie dan:

1.Surfin Donuts in San Clemente, California (it never rains in Southern California).

Ongelooflijk, een donut shop gerund door (volgens ons) Philipijnen. Zeven dagen per week open van 4 tot 20 uur! Krokant beslag met (niet teveel en niet te overheersende) chocolade.

2. Connie's Blair Bakery in Blair, Nebraska.

Klein plaatsje ten noorden van Omaha. Blair kende ik alleen maar van 'The Blair Witch Project'; enge films en zo. Maar komen we hier langs. Niet in de mainstreet (die al min of meer uitgestorven was met veel dichtgetimmerde panden en gesloten winkels), maar een zijstraatje. Komen we binnen, zit daar een clubje oudere mensen gezellig (wel met plastic bekertjes) koffie te drinken, midden in de zaak. De oudere mevrouw helpt ons. Toen we de volgende dag terugkwamen (n.b. Vanuit Iowa) om nog enkele donuts te halen) stond de zoon (met een HELEBOEL tattoos) in de zaak. Dit ter geruststelling: bij veel zaken denk je dat het zal ophouden met de oudere generatie: geen opvolging, geen toekomst, dus dan betekent dat: einde verhaal.

3.Baker's Bakery & Cafe in Custer South Dakota.

HEEEEEERLIJK!!!! We waren er drie dagen langsgeweest, maar telkens te laat om de chocolat donuts nog aan te treffen. Op de dag dag dat we weer verder trokken voor de zekerheid nog 1x een poging gewaagd: alles, helemaal goed. Dus nog voordat we de city border bereikt hadden: terug en 2 'for the road'.

Zo, dat weten jullie dan ook weer. We vertellen niet over de slechte donuts, al dan niet met vulling of cake, in super slechte zaken (meestal zijn de oude Dunkin' Donut vestigingen daar een goed voorbeeld van). Maar ga je naar de States: these are the places to be!

donderdag 3 september 2009

Hoeveel kan een mens aan ? (Valentine, Nebraska)





Hoeveel kan een mens aan???

Zoals de lezer van deze blog inmiddels wel weet is dat we 6 maandern in de Verenigde Staten (en Canada) reizen. Niet om alles, ineens, te zien. Daarvoor zijn we hier al te regelmatig geweest. Tuurlijk willen we mooie dingen wel (of nog wel eens) zien. Maar belangrijker was ook het hier gewoon te 'zijn'. Ver weg van alles, terug op jezelf. Van onze reis is inmiddels ruim de helft verstreken. En laten we helder zijn: uitgerust zijn we nog lang niet! Wat wil je ook, met staten en de daarbij behorende parken en schoonheden als Arizona, California, Oregon, Washington, de Canadian Rockies, Idaho, Whyoming??? Zoveel moois te zien. Dat kan je geest eigenlijk niet aan. Van Rockies naar Custer State Park, met de grootste kudde vrijlopende bizons, Devils Tower, het houdt maar niet op. Een klein beetje hadden we dat wel verwacht: daarom hadden we ook Dakota (evt. Ook noord, maar dat komt er niet van) en Nebraska in ons schema opgenomen: saai, vlak, overwegend landbouwgebieden: dan hoef je even niet zoveel te zien. Dachten we. Maar komen we South Dakota binnen: WERKELIJK PRACHTIG! Met de Black Hills Forest, het Custers State Park, Mount Rushmore (met de vier presidenten uitgehakt uit de bergen), het monument voor Crazy Horse en Wounded Knee.... Ga daar maar rustig aan voorbij, of kijk ernaar zonder dat het iets met je doet.... Nee dus. Het is zelfs vandaar dat we soms bewust een camping kiezen die BUITEN de state parks en recreational areas gelegen is. Een mens moet immers ERGENS tot rust komen.
Tot besluit van South Dakota kwamen nog even de Badlands... we klagen bepaald niet, maar hoeveel kan een mens verdragen??? Alleen al om deze reden zijn we hier maar niet te lang gebleven en maar doorgereden naar Nebraska. We wilden naar een stadje, Valentine, puur om de naam. EN omdat er niets te doen zou zijn..... En toen, je raadt het al, bleek dat Valentine een prachtig plaatsje was, en is, en 'the heart of the Sandhills'. Met een prachtige rivier en omgeving, die 'je beslist gezien moet hebben'. Waar we slapen in het stadspark (hoewel, stad: 2.800 inwoners is voor Nebraska niet weinig, maar een stad is toch nog iets anders). Dit park ligt in een 'kom' tussen twee heuvels, met veel groen, een rivier, kortom: prachtig! Daar het behoorlijk hard waaide toen we Valentine binnenreden en we alleen maar campgrounds zagen die pal in de wind stonden zonder enig groen, was de vraag waar we het best terecht konden: ga naar het park, daar mag je – tot vijf nachten – gratis kamperen. Er zijn toiletten en zelfs (warme en prima) douches. Veilig (moet je in Nederland voor komen), met toezicht van stadswachten en politie ('Valentine Police', hoeveel fijner kan de man met het gezag zich presenteren?).
Waar we nu naar toe moeten om nog een beetje rust te krijgen: we weten het niet. Maar we zijn bang dat (zelfs) Nebraska TE mooi is om waar te zijn, en om kennis mee te maken. En als het dan een keertje niet voor de natuur is, dan nog steeds voor de mensen: aardig, open, toegankelijk, gemakkelijk. Kunnen wij nog wat van leren!

Zomaar een stadje, Arco in Idaho





Zomaar een stadje, Arco in Idaho...

… En zo zit je maar zo (of dit tekstueel een juiste en goede introductie is...) voor 7 dagen in een klein stadje in Idaho, Arco genaamd. Omdat onze auto gerepareerd moest worden waren we zeer blij dat we de weg naar Arco (minimaal 140 km verwijderd van welke andere, iets betekenende plaats dan ook) gemaakt hadden, zonder opsleepdienst. We hadden de week ervoor uitsluitend op (prachtige), kleine campgrounds verbleven; vaak pal aan de rivier, midden in de natuur. Met een, zoals ze dat hier noemen: pit toilet. Dat is de tegenhanger van een flush toilet; ofwel: er is geen doortrekmogelijkheid. En er is hooguit een pomp (antiek!) waarmee je zelf, na HEEL veel slagen, je eigen water kan oppompen. Niet ideaal om je te wassen natuurlijk: dus dat kon in de (snelstromende) rivier. In ons geval was dat de Payette. Snelstromend wil vaak zeggen dat het rechtsreeks (smeltwater) uit de bergen komt, ofwel: steenkoud! Maar wel schoon en het geeft je het ultieme 'back to basics' gevoel! Maar na een week wil je toch wel even iets meer comfort. De campground (in het plaatsje zelf, makkelijk wanneer je auto bij de garage staat) was in beheer van zeer sympathieke mensen. De vijfde dag regende het de hele dag, met onweeer en buien in de nacht. Da's teveel voor onze tent (daar het zeil dat we erbij hadden ook nog eens in de auto bleek te liggen). Dus mochten we gewoon die nacht in hun cabin overnachten, zonder meerkosten!
Maar ze hadden ook heerlijke, warme douches, een verwarmd zwembad (!!!), in de avonduren een film in de buitenlucht voor de kinderen (en hun ouders). De film 'Andre' over de dolfijn die ziek was en door een meisje gered werd hebben we, nadat ze zich met dat beest op school ging vertonen, maar voor gezien gehouden...
Enfin, terug naar de strekking van dit verhaal. Door een week in een plaatsje te verblijven krijg je een beter beeld van hoe zo'n dorp functioneert. En ook hoe wonderlijk zo'n plaatsje (misschien wel juist) als Arco in elkaar steekt:
Ze hebben 1.022 inwoners, zo valt te lezen wanneer je het dorp binnenrijdt.
Het dorp staat zich erop voor de '1st Atomic Driven Town in the World' te zijn: In 1951 werd in de buurt van Arco de eerste atoomcentrale gebouwd. Nu is dat een monument geworden, maar TROTS dat ze erop zijn. Volgens Bill Bryson, schrijver van de road bestseller 'The Lost Continent, waarin hij in de Chevy van zijn moeder 38 staten aandoet in amper 2 maanden tijd, ligt bij Arco zeer veel atoomafval opgeslagen. Volgens hem blijft dat 250.000 jaar actief. Waarbij hij opmerkt (in 1989 al) dat gezegd wordt dat NU AL sprake is van een lekkage (toen was dat 36 JAAR na eerste opslag; wat staat ons nog te wachten???. Enfin: Arco is trots op haar kernenergie 'roots'!
Minimaal 4 eettenten (al dan niet drive thru). De populairste was Pickle's Place. Een oude schuur, altijd vol, met de 'famous ATOMIC BURGER' als grootste trekker (moet zeggen: wel lekker!). Lekker basic in hun werving: een EAT neon reclame!
Minimaal 5 benzinepompen met food market, 5 motels (waarvan er drie in permanente bewoning waren), minimaal 4 autoherstelbedrijven (waarvan er 2 dicht zaten). Landbouwmiddelen, irrigatie, telecom. EN een goede supermarkt (elke ochtend open, vanaf 8 uur en wanneer je vroeg was, hadden ze nog lekkere, verse chocolat donuts, hmmmmmm!!!!)
Met daarbij nog een High School, een Middle School, een (in augustus gesloten) Bowlingbaan, enkele kroegen (waarbij een Itunes machine de reguliere jukebox vervangen had...) en een tuinslang die de godganse dag in elke tuin sproeide, waardoor je Arco als 1 groene oase in een verder desperate omgeving (Craters of the Moon), kon herkennen, is het dorp wel beschreven. Veel verloop in winkels en bedrijven, zoals in elke plaats. Maar dat is toch wel kenmerk van de Amerikaanse samenleving: zie je een kans om ergens een succes van te maken: wacht niet langer en begin. Lukt het dan kun je de zaak over een tijdje weer goed verkopen en wat anders beginnen. Lukt het niet: neem dan je verlies en begin weer wat anders!!! Oh ja: en ze hebben al vanaf 1920 de gewoonte wanneer er weer een lichting van school komt dat die hun jaartal in de rotsen schildert. Wordt op den duur toch een mooie trekker.

zaterdag 22 augustus 2009

Golddiggers in Crouch Idaho, 2009!!!


Het is 18 augustus. We staan op een prachtige campground, aan de Payette River. Water zou er uit de pomp (letterlijk, je moet pompen, met zo'n oud apparaat) moeten komen. En dat werkt dus niet. Dus wassen we ons in de Payette Rivier die vlak langs onze tent loopt. Er is verder ook niets. Een toilet zonder doorspoelfaciliteiten (pit toilet noemen ze dat), een camphost en dat is het dan. Boodschappen moet je óf bij je hebben óf gaan halen op 23 mijlen afstand, ruim 35 km.

Dat laatste maar gedaan en terechtgekomen in het prachtige plaatsje Crouch.


Prachtige, heel oude supermarkt. En een koffietent (die gaan hier altijd zeer vroeg open; deze om 6 uur) met goede koffie. En met heuse 'gold diggers'. Het beroep bestaat nog!. Ons hart ging er sneller van slaan. We zaten samen met twee mannen die normaal in California (the Golden State, niets voor niets) goud wonnen uit rivierbeddingen. Daar konden ze niet langer terecht. Midden in het seizoen, zonder vooraankondiging, had de staat California het goud delven verboden, op straffe van hoge boetes. Het zou het milieu verstoren en negatieve invloed hebben op de vispopulatie in de rivieren. Volgens de gouddelvers was het gewoon een politieke smoes.


Nu probeerden ze het in Idaho, maar vorig jaar waren ze ook naar Alaska geweest. Ze toonden ons de installatie waarmee ze het goud konden delven. Met een compressor werd zand, etc. uit de rivierbedding door een buis gepompt, waarna dit uitgefilterd werd. Daar goud de zwaarste metaal is, valt deze steeds het eerst naar beneden, en vormt dus het residu dat ze, tot op de dag van vandaag, nog op zo'n metalen bord 'wassen' om de pure goudkorrels over te houden. Ze toonden een stuk goud van 5 ounch, Deze was momenteel US$ 500 waard, maar het was de grootste goudklomp die de ene ooit gevonden had. De goudprijzen waren 3x zo hoog dan een tijdje geleden, doordat de dollar onder druk stond (dat krijg je wanneer je die maar blijft bijdrukken). Ze hadden als doelstelling om gemiddeld 1 ounce goud per dag, per persoon, te delven. Dan viel er nog een boterham aan te verdienen en konden ze dit vak blijven beoefenen.


Wie had dat ooit gedacht, anno 2009: gouddelvers????

vrijdag 21 augustus 2009

We've made it to the Crater Lake (Oregon)!!!



3.0 (Win32)">

Het is zaterdag 20 juni. We staan op een prachtige campground, Susan Creek genaamd. Het bevindt zich op de H138, die van Roseburg, mooie middelgrote stad (voor US begrippen) met 22.000 inwoners, naar het prachtige Crater Lake. Blauwer kan je je water niet voorstellen, dus DAT MOETEN WE ZIEN.

Susan Creek ligt aan de N.Umquoia River en heeft (zelfs!) (schone) douches. Klein (weinig plaatsen) en voor ons een plek AAN (boven, uitkijkend) op de rivier. Op deze route zitten drie campgrounds van het Bureau of Land Management, en zij werken zonder reserveringen. Hetgeen voor ons handig is, want wij reserveren nooit, daar we ons van tevoren niet willen vastleggen. Bovendien zijn we niet steeds in de gelegenheid de online reservering te doen (die ook nog eens $ 7,50 kost). Doen we maar niet dus.

Enfin: onderweg naar het Crater Lake groeit onze twijfel over de juistheid van onze beslissing om een eigen auto te kopen met de minuut. En met de minuut stijgt het volume dat ergens bij de wielen, of onder de motor wordt veroorzaakt! Zoals de meesten wel weten zijn we technisch bepaald niet onderlegd (understatement). Maar dit is NIET GOED. BIJNA bij het Crater Lake aangekomen een check gevraagd bij een benzinepomp (dorpen, laat staan garages, vind je hier ECHT niet meer...). De man dacht dat 1 of meer van de schroeven die de motor vastzetten het had begeven. RUSTIG terugrijden was zijn advies (max. 50 miles (d.i. 80 km/u). Maar het kabaal werd luider en luider. Alsof we ook nog 1 of meer lekke banden hadden. Meermalen gestopt: geen lekke band of wat dan ook. En we hadden geen keus: DOOR. Na een laatste stop – het werd min of meer onhoudbaar – net weer opgetrokken en juist toen: het rechter voorwiel loopt, naast ons, onafhankelijk van ons en de auto, de heuvel naast ons op. Ofwel: we verliezen een wiel! En schuren met het resterende deel daarvan over het beton. Gelukkig met weinig snelheid en daarom staan we snel stel. Opvallend rustig stappen we uit. Nuchter zelfs. Tsja, probleempje...

Maar hoe nu verder: geen telefoon, geen plaatsjes om even naar toe te lopen, geen ANWB meldpunten langs de weg, geen verbinding (voor welke mobiele telefoon dan ook). EN OOK NIET ALLEEN: waar wij in Nederland bij pech-langs-de-weg gewoon doorrijden ('ik heb geen verstand van techniek', 'ze zullen inmiddels wel geholpen worden', 'ik kan toch niets doen' en 'mijn hele auto zit al vol, dus wat moet ik?') werkt dat hier totaal anders. Misschien omdat ze zelf ook geholpen willen worden als ze op zo'n punt (drukke weg, hellingen, onoverzichtelijke bocht) met pech stilstaan. Dus: het eerste uur dat we er stonden stopten meer dan 30 auto's. Van jong tot oud. Vrouwen alleen, volgestouwde trucks.... iedereen kwam informeren wat er was, of hulp onderweg was en of ze nog iets konden doen. EN: of het (hopelijk) een huurauto was? (Dan kost het wegslepen en de reparatie je immers niets). Hartverwarmend!

Na een uur en drie kwartier kwam er een State Patrol Sheriff langs, die opgeroepen was (waarschijnlijk 911 door de eerste 'hulp-aanbieders' die verderop, waar wel ontvangst was, gebeld hadden. Hij had in zijn eentje een gebied zo groot als de stedendriehoek Deventer – Apeldoorn – Zwolle met alles daartussen 'onder zich'. Vandaar dat het wat langer duurde voordat hij arriveerde.

Hij patrouilleerde zelfs met een boot op het Crater Lake en in de winter met een sno-mobile door de besneeuwde bergen! Checkte nog even dat een sleper onderweg was, legde wat waarschuwingsvuren op de weg en wachtte net zolang totdat de hulp er was!

Een half uurtje later verscheen de sleepservice met de prachtige naam: Clyde from Glide (dat laatste is een dorpje in de buurt van Roseburg), die ons naar een garage versleepte in Roseburg. Vér na 5 uur. Garagebedrijven dicht, autoverhuurbedrijven het hele weekend gesloten (hé guys, this is america!!!). Dus bracht de 'versleper' ons, met zijn eigen auto nog wel (!) terug naar onze campground (ca. 30 km). En dat op zijn 'vrije' zaterdagavond!

De garagehouder, Kevin O´Brien, was zowel zeer uiterst deskundig alsook betrokken. Hij heeft het zaakje weer helemaal op-en-top gemaakt. En in de tussentijd ook maar de olie ververst, wat lekkages en andere probleempjes (die we nog niet kenden) verholpen. En dus, back on the road again EN naar het Crater Lake. Zie de plaatjes. Onvergetelijk mooi en – in meerdere opzichten – een ervaring rijker. We hebben geluk gehad: we've made it to the Crater Lake!!!

PS: om het verhaaltje rondom de mini van even af te maken: nu we dit schrijven zitten we in Arco Idaho en is het 21 augustus (ruim twee maanden later). De auto is voor reparatie bij de garage. Nog een laatste overblijfsel van ons 'ongelukje', laten we maar zeggen...

dinsdag 30 juni 2009

Ontmoet Johnny Quick de laatste van de legendarische COMETS!





(dit is, sorry dat we het moeten zeggen, wel een kopie van het artikel dat we al eerder op volkskrantreizen.nl/stephan_in_de_states geplaatst hebben; we hebben immers ook vakantie en dat houden we graag rustig...)

Zelfs de jongeren onder ons zullen de deuntjes herkennen: '1 o'clock, 2 o'clock, 3 o'clock rock, we're gonna rock around the clock tonight', of shake rattle and roll. Of: see you later alligator. Allemaal hits van Bill Haley and the Comets (later talloze keren gecovererd door Jerry Lee Lewis e.a.).

Maar daar begon het dus mee.

Staan we in Beatty, Nevada, op 8 mijl van de beruchte (en bloedhete, maar vooral OOK mooie) Death Valley, op een camping voor zowel tenten als campers (& motorhomes, de amerikanen hebben er talloze benamingen voor. Naast ons zo'n motorhome die daar permanent staat, met stoelen voor de deur, grote bakken met eten voor de twee katten en de kittens die er lopen. Wij ernaast in ons kleine tentje. (Regen EN wind, tegelijk, moeten we niet krijgen, dat is 1 natuurgeweldadigheid teveel voor onze 'behuizing'...).

Na een dag komt de bewoner naast ons naar ons toe, duidelijk verlegen om een praatje. Mooie (maar oude) leren zwarte cowboyhoed op, mager en doorleefd. Hij was al eens in Amsterdam geweest, de Paradiso kende hij, maar nog veel meer plaatsen in Europa. En of wij Bill Haley & The Comets misschien kenden, van die hit, je weet wel? Tuuuuurlijk kennen we die! Nou, hij was de drummer gedurende 25 jaar! Ze hadden 20 toernees gehad door Europa. Daar waren ze ook altijd beroemder en succesvoller geweest dan in Amerika zelf. Maar het lot was hem niet al te lang gunstig gestemd gebleven: hun manager was zo onverstandig geweest het verdiende geld uit de europese toernees niet in Europa te laten uitkeren, maar te laten overmaken naar Amerika. Aldaar was er nooit belasting over betaald.... je raadt het al: alle bezittingen werden ingeomen om de achterstallige belastingen en boetes te betalen. Rechten op muziek werden ingepikt door de Amerikaanse overheid. En het had hem zijn huis van 250 duizend dollar in Texas plus twee auto's gekost. EN zijn business: hij dreef een zgn. Antiques Store in Texas. En had dus niets meer! En bij zijn toenmalige manager hoefde hij niet meer aan te kloppen. Deze was inmiddels, net als de rest van de band, overleden.

Tot overmaat van ramp waren in 1987 zijn vrouw en twee kinderen omgekomen bij een auto ongeluk. Hoeveel ongeluk kan een mens nog meer verdragen zou je denken?

Na omzwervingen had hij een job gevonden op deze camping, Space Station genaamd, in Beatty. Negen jaar geleden dus. Hij deed alle klussen. Dat varieerde van de buurtwinkel die erbij hoorde tot de schoonmaak van douches en toiletten, helpen bij de ' dumpstation' waar campers hun toiletten en vuil water dumpten en bij het Propane Station, waar propane voor de campers getankt kon worden.

Na verloop van tijd kreeg hij een longaandoening, waardoor hij geen inspannend werk meer kon en mocht doen. Hij mocht om niet op de camping blijven wonen van camping eigenaar Ron. Deze kon het niet over zijn hart verkrijgen om iemand met zo'n achtergrond en zoveel ongeluk, ' de deur te wijzen'. In ruil voor de sta-geld vergoeding bedient hij het Propane Station.

Maar Johnny Quick, de drummer (natuurlijk) van de Comets, zit niet bij de pakken neer. Hij is met pensioen (74 jaar, hij was 19 toen hij bij de Comets begon) en ontvangt (de volgende betaling is 10 juni) per maand vanuit Social Security 437 dollar om te blijven leven.

Hij is gelukkig met zijn leventje, ondanks alle tegenspoed, en vindt dat hij het, ook met de eigenaren van de camping zeer getroffen heeft. En, zoals een goed Amerikaan, behoudt ook hij zijn positieve instelling: ooit wil hij terug naar Amsterdam en Londen.It was an honour and pleasure for us to meet the last of the COMETS!

vrijdag 5 juni 2009

Let the music play!




HELEMAAL geen muziek meenemen op vakantie: dat is een te groot risico voor ons. Muziek is belangrijk, bepaalt je mood en geeft warmte en gezelligheid. Maar om dan je hele collectie maar in je tas te stoppen: da's ook weer niet de bedoeling! We kregen twee cd's mee: als eerste de filmmuziek van Into the Wild van Eddie Vedder, leadzanger van Pearl Jam, van Titus & Petra (én op dringend advies van Rob en Ellen). Helaas maar 30 minuten lang... De tweede was een verzamel cd met ´travel & discover the world´ muziek van Erwin (nogmaals dank!). We kenden alleen Neil Young maar (oude zakken als we zijn), maar na terugkeer willen we nog veel meer leren kennen (bijv. of Alela Diana behalve 'Pirate Gospel' nóg meer van die prachtige liedjes gemaakt heeft'.

De eerste week hadden we een huurauto met radio-CD erin. Afwisselend radio, de zenders die in de regio te ontvangen zijn, daarover in een ander bericht meer, en de prachtige, passende CD´s.
Maar toen, na 5 dagen, een busje gekocht, uit 1998. Radio, tuurlijk. Maar óók met een heuse cassette recorder! Wel een orginele Ford radio/cassette, maar wat moet je ermee? Nieuwe inzetten, of???? Bandjes scoren dus. De CD's even opgeborgen voor later. En onderweg een beetje de antiques stores en 'thrift stores' af. Dat zijn de amerikaanse leger des heils vestigingen.

In de eerste de beste drie bandjes gekocht (kwartje stuk...). En wat een genot: een cassette van Neil Young, Harvest, die ik altijd al weer had willen kopen. Plus Tracy Chapman. En de eerste plaat van Elvis Costello! Hoe verrassend om dan Alabama of Man Needs A Maid van Neil Young te horen, of Fast Car van Tracy Chapman. We worden maar verwend, hier, en laten het ook met graagte toe!

vrijdag 22 mei 2009

Een warm welkom


Hi Honeys,

Op dinsdag aangekomen in Phoenix. Twee keer overstappen onderweg & drie uur vertraging. Nu we dit schrijven is het 4 uur in de ochtend. De bioklok maakt overuren om weer synchroon te lopen... Nadat we onze auto op het vliegveld hadden opgepikt, snel een motel gezocht. In ons geval is dat meestal de eerste keer Motel 6 (motto: we leave the lights on for you). Standaard motel zoals er duizenden zijn in de VS. Wel met zwembad, maar dat was gesloten toen we aankwamen. Mooi gelegen onder het vliegveld. Zie de foto voor een sfeerimpressie (wat zoeken we hier eigenlijk???). Maar we hebben er zin in. Nog even goed uitrusten en voorbereiden. Zoals jullie merken is een klein computertje inmiddels gekocht en onbeveiligde draadloze netwerken zijn werkelijk overal!
TASTEful greetings from the United States of America
isabel & stephan

dinsdag 14 april 2009

We gaan 19 mei 2009 op reis...

De tijd begint te dringen. Nog maar (minder dan) 13 dagen, wanneer ik dit schrijf. Zes maanden op reis is toch iets anders dan je gewend bent. Zelfs met vakanties van vier weken voel en onderga je het verschil: 6 maanden je vaste lasten (gas, water, licht, hypotheek, autobelastingen en verzekeringen, etc.) laten doorlopen, gaat téveel geld kosten. Geld dat we dan liever op reis besteden!
Maar gelukkig is het nog minder dan twee weken. Daar werk je dus naar toe. Ofwel: we ploegen voort, zoals de boer achter zijn werktuig zou vaststellen.