donderdag 3 september 2009

Hoeveel kan een mens aan ? (Valentine, Nebraska)





Hoeveel kan een mens aan???

Zoals de lezer van deze blog inmiddels wel weet is dat we 6 maandern in de Verenigde Staten (en Canada) reizen. Niet om alles, ineens, te zien. Daarvoor zijn we hier al te regelmatig geweest. Tuurlijk willen we mooie dingen wel (of nog wel eens) zien. Maar belangrijker was ook het hier gewoon te 'zijn'. Ver weg van alles, terug op jezelf. Van onze reis is inmiddels ruim de helft verstreken. En laten we helder zijn: uitgerust zijn we nog lang niet! Wat wil je ook, met staten en de daarbij behorende parken en schoonheden als Arizona, California, Oregon, Washington, de Canadian Rockies, Idaho, Whyoming??? Zoveel moois te zien. Dat kan je geest eigenlijk niet aan. Van Rockies naar Custer State Park, met de grootste kudde vrijlopende bizons, Devils Tower, het houdt maar niet op. Een klein beetje hadden we dat wel verwacht: daarom hadden we ook Dakota (evt. Ook noord, maar dat komt er niet van) en Nebraska in ons schema opgenomen: saai, vlak, overwegend landbouwgebieden: dan hoef je even niet zoveel te zien. Dachten we. Maar komen we South Dakota binnen: WERKELIJK PRACHTIG! Met de Black Hills Forest, het Custers State Park, Mount Rushmore (met de vier presidenten uitgehakt uit de bergen), het monument voor Crazy Horse en Wounded Knee.... Ga daar maar rustig aan voorbij, of kijk ernaar zonder dat het iets met je doet.... Nee dus. Het is zelfs vandaar dat we soms bewust een camping kiezen die BUITEN de state parks en recreational areas gelegen is. Een mens moet immers ERGENS tot rust komen.
Tot besluit van South Dakota kwamen nog even de Badlands... we klagen bepaald niet, maar hoeveel kan een mens verdragen??? Alleen al om deze reden zijn we hier maar niet te lang gebleven en maar doorgereden naar Nebraska. We wilden naar een stadje, Valentine, puur om de naam. EN omdat er niets te doen zou zijn..... En toen, je raadt het al, bleek dat Valentine een prachtig plaatsje was, en is, en 'the heart of the Sandhills'. Met een prachtige rivier en omgeving, die 'je beslist gezien moet hebben'. Waar we slapen in het stadspark (hoewel, stad: 2.800 inwoners is voor Nebraska niet weinig, maar een stad is toch nog iets anders). Dit park ligt in een 'kom' tussen twee heuvels, met veel groen, een rivier, kortom: prachtig! Daar het behoorlijk hard waaide toen we Valentine binnenreden en we alleen maar campgrounds zagen die pal in de wind stonden zonder enig groen, was de vraag waar we het best terecht konden: ga naar het park, daar mag je – tot vijf nachten – gratis kamperen. Er zijn toiletten en zelfs (warme en prima) douches. Veilig (moet je in Nederland voor komen), met toezicht van stadswachten en politie ('Valentine Police', hoeveel fijner kan de man met het gezag zich presenteren?).
Waar we nu naar toe moeten om nog een beetje rust te krijgen: we weten het niet. Maar we zijn bang dat (zelfs) Nebraska TE mooi is om waar te zijn, en om kennis mee te maken. En als het dan een keertje niet voor de natuur is, dan nog steeds voor de mensen: aardig, open, toegankelijk, gemakkelijk. Kunnen wij nog wat van leren!

Zomaar een stadje, Arco in Idaho





Zomaar een stadje, Arco in Idaho...

… En zo zit je maar zo (of dit tekstueel een juiste en goede introductie is...) voor 7 dagen in een klein stadje in Idaho, Arco genaamd. Omdat onze auto gerepareerd moest worden waren we zeer blij dat we de weg naar Arco (minimaal 140 km verwijderd van welke andere, iets betekenende plaats dan ook) gemaakt hadden, zonder opsleepdienst. We hadden de week ervoor uitsluitend op (prachtige), kleine campgrounds verbleven; vaak pal aan de rivier, midden in de natuur. Met een, zoals ze dat hier noemen: pit toilet. Dat is de tegenhanger van een flush toilet; ofwel: er is geen doortrekmogelijkheid. En er is hooguit een pomp (antiek!) waarmee je zelf, na HEEL veel slagen, je eigen water kan oppompen. Niet ideaal om je te wassen natuurlijk: dus dat kon in de (snelstromende) rivier. In ons geval was dat de Payette. Snelstromend wil vaak zeggen dat het rechtsreeks (smeltwater) uit de bergen komt, ofwel: steenkoud! Maar wel schoon en het geeft je het ultieme 'back to basics' gevoel! Maar na een week wil je toch wel even iets meer comfort. De campground (in het plaatsje zelf, makkelijk wanneer je auto bij de garage staat) was in beheer van zeer sympathieke mensen. De vijfde dag regende het de hele dag, met onweeer en buien in de nacht. Da's teveel voor onze tent (daar het zeil dat we erbij hadden ook nog eens in de auto bleek te liggen). Dus mochten we gewoon die nacht in hun cabin overnachten, zonder meerkosten!
Maar ze hadden ook heerlijke, warme douches, een verwarmd zwembad (!!!), in de avonduren een film in de buitenlucht voor de kinderen (en hun ouders). De film 'Andre' over de dolfijn die ziek was en door een meisje gered werd hebben we, nadat ze zich met dat beest op school ging vertonen, maar voor gezien gehouden...
Enfin, terug naar de strekking van dit verhaal. Door een week in een plaatsje te verblijven krijg je een beter beeld van hoe zo'n dorp functioneert. En ook hoe wonderlijk zo'n plaatsje (misschien wel juist) als Arco in elkaar steekt:
Ze hebben 1.022 inwoners, zo valt te lezen wanneer je het dorp binnenrijdt.
Het dorp staat zich erop voor de '1st Atomic Driven Town in the World' te zijn: In 1951 werd in de buurt van Arco de eerste atoomcentrale gebouwd. Nu is dat een monument geworden, maar TROTS dat ze erop zijn. Volgens Bill Bryson, schrijver van de road bestseller 'The Lost Continent, waarin hij in de Chevy van zijn moeder 38 staten aandoet in amper 2 maanden tijd, ligt bij Arco zeer veel atoomafval opgeslagen. Volgens hem blijft dat 250.000 jaar actief. Waarbij hij opmerkt (in 1989 al) dat gezegd wordt dat NU AL sprake is van een lekkage (toen was dat 36 JAAR na eerste opslag; wat staat ons nog te wachten???. Enfin: Arco is trots op haar kernenergie 'roots'!
Minimaal 4 eettenten (al dan niet drive thru). De populairste was Pickle's Place. Een oude schuur, altijd vol, met de 'famous ATOMIC BURGER' als grootste trekker (moet zeggen: wel lekker!). Lekker basic in hun werving: een EAT neon reclame!
Minimaal 5 benzinepompen met food market, 5 motels (waarvan er drie in permanente bewoning waren), minimaal 4 autoherstelbedrijven (waarvan er 2 dicht zaten). Landbouwmiddelen, irrigatie, telecom. EN een goede supermarkt (elke ochtend open, vanaf 8 uur en wanneer je vroeg was, hadden ze nog lekkere, verse chocolat donuts, hmmmmmm!!!!)
Met daarbij nog een High School, een Middle School, een (in augustus gesloten) Bowlingbaan, enkele kroegen (waarbij een Itunes machine de reguliere jukebox vervangen had...) en een tuinslang die de godganse dag in elke tuin sproeide, waardoor je Arco als 1 groene oase in een verder desperate omgeving (Craters of the Moon), kon herkennen, is het dorp wel beschreven. Veel verloop in winkels en bedrijven, zoals in elke plaats. Maar dat is toch wel kenmerk van de Amerikaanse samenleving: zie je een kans om ergens een succes van te maken: wacht niet langer en begin. Lukt het dan kun je de zaak over een tijdje weer goed verkopen en wat anders beginnen. Lukt het niet: neem dan je verlies en begin weer wat anders!!! Oh ja: en ze hebben al vanaf 1920 de gewoonte wanneer er weer een lichting van school komt dat die hun jaartal in de rotsen schildert. Wordt op den duur toch een mooie trekker.